Onlangs werden Silvia De Ronde Bresser (actief lid van De Publieke Zaak) en ik uitgenodigd bij een cursus voor ambtenaren over netwerken. Aan deze cursusmiddag over ‘linkend vakmanschap’ namen verschillende managers deel, die werkzaam zijn bij ministeries, provincie, gemeente en de inspectie. Centrale vragen in de netwerkcursus waren:

Hoe ben je effectief in netwerken, binnen en buiten je organisatie? Hoe blijf je dicht bij jezelf of wat moet je in jezelf veranderen om daarin beter te worden? Vragen die voor elke professional van belang zijn, maar wellicht een andere inkleuring krijgen bij ambtenaren dan bij maatschappelijk ondernemers?

In onze werkzaamheden voor De Publieke Zaak en De Slinger (Jongeren) is netwerken een onmisbaar onderdeel van de ‘core business’: onze projecten bestaan bij de gratie van onze netwerken. Zonder ons netwerk kunnen we bijvoorbeeld geen matches realiseren tussen jongeren en maatschappelijke organisaties, of tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties. Tijdens de geanimeerde bijeenkomst werden al snel enkele verschillen duidelijk. Het veld waarin ik als sociaal ondernemer opereer, wordt gekenmerkt door een hoge mate van persoonlijke betrokkenheid en informeel contact, waardoor deals vaak mede tot stand komen op basis van de ‘gun-factor’. En ook de ‘fun-factor’ is niet te onderschatten in effectief persoonlijk netwerken in de sociale sector. In de ambtenarij is daarentegen sprake van een (extreem) hoge mate van formalisering in processen van besluitvorming. Daarbij worden overheidsprojecten vaak al zo ver uitgedacht, dat regelmatig de plank volkomen mis wordt geslagen. Zeker wanneer de ‘win’ voor de ander vanuit de ambtenarenstoel alvast mee wordt gecalculeerd in het projectplan, zonder deze ander überhaupt te hebben gesproken, laat staan geraadpleegd! Dit vergroot niet alleen de welbekende afstand tussen overheid en burgers. Ook voorbeelden waarin de gemeente het lokale bedrijfsleven voor een voldongen feit stelt en schoffeert door eenzijdig een contractuele deal proberen af te dwingen, passeerden de revue als voorbeelden van ineffectief netwerken in overheidsland.

Hoe moet het dan? Wat zou de ambtenarij kunnen leren van het netwerken door en tussen maatschappelijk ondernemers? Waar de cursisten vooral in geïnteresseerd waren, was: hoe krijg je mensen mee? en hoe hou je mensen vast? Om met het eerste te beginnen: als je als sociale pionier de ander wilt enthousiasmeren voor jouw maatschappelijke initiatief, zul je moeten beginnen met je te verdiepen in de behoefte van de ander. Of het nu gaat om de doelgroep van onze projecten: (v)mbo-jongeren, om docenten of samenwerkingspartners (bedrijven, maatschappelijke organisaties en mediapartners): als zij niet voelen dat jouw project een oplossing biedt voor hun probleem, dan houdt het al op. Dit lukt je alleen als je oprechte interesse toont in de behoefte van de ander. Het gaat er niet alleen om wat je zegt, maar ook hoe je het zegt: de ander moet voelen dat je het goed met ze voor hebt. Authenticiteit telt hierbij, evenals het verinnerlijkt hebben van de waarden die je met je maatschappelijke initiatief wilt uitdragen. In de sociale ondernemersector komt daarnaast veel tot stand met gesloten beurzen. Dit kan alleen als er sprake is van een gevoelde win-win situatie voor alle betrokkenen. Verder helpen natuurlijk ook aansprekende praktijkvoorbeelden, concrete resultaten en zichtbaarheid in de media om een positief gevoel te creëren bij een project.

Ook in het vasthouden van mensen is netwerken van belang. De eenmaal opgebouwde relatie moet immers behouden blijven en zo mogelijk uitgebouwd. Teveel wisselingen in contactpersonen is hierbij funest, veel personen en organisaties hechten grote waarde aan een bekend en vertrouwd gezicht. Zeker in sectoren waar de een na de andere beleid- en systeemwijziging vanuit de overheid top-down wordt ingevoerd (zoals het onderwijs of de zorg) worden betrokkenheid, commitment en duurzaamheid extra gewaardeerd. Maar dit geldt bijvoorbeeld ook voor bedrijven die maatschappelijk betrokken willen ondernemen: zij kiezen ook vaak voor een langere termijn relatie met een maatschappelijk initiatief, die bijdraagt aan de waarden die zij zelf als organisatie willen uitdragen.

Ik vraag me af hoe ons land er uit zou zien als elke ambtenaar zou gaan netwerken als sociale pionier? Als zij iets meer zouden vertrouwen op hun gevoel en intuïtie en minder op hun cognitieve aanpak? Als zij meer vanuit het hart dan vanuit het hoofd in hun dagelijkse werk zouden staan?

Graag jullie reacties!

Oorspronkelijk verschenen op http://www.publiekezaak.nl/blog/netwerken-met-ambtenaren-vanuit-je-hart-….

Tagged with: ,